komijnzaadjes

Product geleverd in hersluitbare zak 

Zonder GMO - Zonder ionisatie - Zonder nanomaterialen

Gebruik in de keuken:

De karwij heeft een licht anijsachtige, bijna citroenachtige en muntachtige smaak, zeer verfrissend.

Het zijn de zaden (heel of gemalen) die in de keuken worden gebruikt, hoewel de verse bladeren, die veel minder geur bevatten, ook soms worden gegeten. Karwij wordt gebruikt om verschillende vleesgerechten (zoals varkensvlees, wild, gans...) op smaak te brengen, terwijl het de spijsvertering bevordert.

Het wordt ook veel gebruikt met bepaalde kaassoorten, zoals munster of maroilles. Een paar zaadjes toegevoegd aan elke hap van deze kazen verfrissen hun krachtige smaak, terwijl ze ook de spijsvertering bevorderen. Traditioneel wordt het ook gebruikt in worstproducten, sauzen, zuurkool, goulash, Tunesische harissa, en in sommige hartige taarten en zelfs in sommige broden.

De zaadjes zijn ook heerlijk met aardappelen, kool, wortelen, rapen en champignons, die ze parfumeren terwijl ze de spijsvertering vergemakkelijken.

Het is een traditioneel ingrediënt in de Duitse keuken, Oost-Europese keuken en Noord-Europese keuken, en het maakt ook deel uit van de samenstelling van Kummel, een traditionele likeur uit deze regio's. Het wordt ook in veel andere alcoholische dranken aangetroffen: aquavit, gin, schnaps.

Wie ben ik?:

Oorsprong: Egypte

Wetenschappelijke naam: Carum carvi

Andere namen: Veldkomijn, Vosges-anijs, Hollandse komijn, Zwarte komijn, Valse anijs

De botanische soort Carthamus omvat bijna uitsluitend mediterrane planten uit de familie Asteraceae (of Compositae), die sterk verwant zijn aan distels. De plant is een tweejarige, houtachtige plant met donkergroene, stekelige bladeren. De bloemen van karwij zijn felgeel-oranje en bloeien van juli tot september.

De plant komt van nature voor in Iran, China, Japan, Australië, Midden- en Zuid-Amerika. In Frankrijk werd het in Zuid-Frankrijk, de Elzas en de regio Lyon gekweekt voor zijn kleurende eigenschappen. De bloemen bevatten kleurstoffen (carthamine geel en carthamone rood) en worden gebruikt voor de verkleuring van Chinese zijde en het verven van kleding zoals de gewaden van boeddhisten. Momenteel zijn er weinig teeltgebieden van deze plant. De plant komt soms weer als wilde plant voor op braakliggende grond en bermen.

De zaden worden in oktober geoogst. Ze zijn groot, vergelijkbaar met een korrel gerst, wit of bruinachtig van kleur, met strepen van grijs, bruin of zwart, en worden gebruikt om eet- of massage-oliën te maken, die soms worden toegevoegd aan haarcosmetica. Ze worden ook gebruikt in de chemische industrie voor de productie van lakken en verven. Ten slotte worden ze ook gebruikt als vogelvoer, met name voor papegaaien, die van de bittere smaak houden, wat ook de naam "papegaaizaad" verklaart.

°°°

Kleine geschiedenis:

De naam "karwij" komt van "karâwiyâ", een Arabisch woord dat "suikerradijs" betekent, omdat men vroeger zelfs de wortel at!

Karwij werd al in het oude Egypte gebruikt, 1500 jaar voor Christus, voor zijn medicinale eigenschappen, en Shakespeare noemt het zelfs in een van zijn stukken!

Vertaling:

Engels: Caraway   Duits: Kümmel

°°°°°